Zelfmoord

 

De familie Stibbe

Meneer en mevrouw Stibbe waren oude Joodse mensen. Hun gezondheid was niet zo goed meer, daarom hoefden zij nog niet weg uit Meppel. Maar op een dag, in september 1943 was het dan toch zo ver.

De politie klopte aan de deur en vertelde dat ze de volgende dag naar Westerbork moesten. E was geen tijd meer om te vluchten of om onder te duikken. Zij waren bang, want ze hadden een voorgevoel van wat er komen zou. Daarom besloten ze om samen zelfmoord te plegen. 's Avonds hebben ze de gaskraan in de keuken opengedraaid, daar zijn ze hand in hand voor gaan liggen en de volgende ochtend waren ze dood.

 

Boodschappengeld

Zij wilden niet dat andere mensen zouden lijden onder hun dood. Daarom hadden ze van te voren keurig briefjes met stapeltjes geld op de keukentafel neergelegd. Dat was om de rekening van de melkboer, de bakker en de slager te betalen. Omdat de Duitsers het niet mochten weten, zijn meneer en mevrouw Stibbe de volgende ochtend al heel vroeg begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Zomerdijk in Meppel. Hun graf is daar nog te zien.

 

Hinderina Cohen, Ernst van Esso, Martijn van Essen, Maurits van Esso, Nathan Frank, Bertha van de Rhoer-Geens, Leman van Gelder, Sariena van Esso-Kan, Rebakka Keizer, Nannij Wolff-Norden. Marcus Polak
<< Onderduiken
Tot slot >>